N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
WK turnen Met vier titels keerde de Amerikaanse turnster bij de WK terug in de schijnwerpers. Maar Biles probeert vooral te relativeren.
Simone Biles, zei haar coach Laurent Landi onlangs, is zo’n zeldzame turnster die nog beter presteert onder druk dan in trainingen. Ze is sterk in de spotlight, houdt van publiek. En dat is maar goed ook, want de afgelopen week waren er talloze momenten waarop letterlijk alle ogen in het Sportpaleis in Antwerpen op haar gericht waren. Zou ze het weer kunnen waarmaken? Hoeveel wereldtitels kan ze toevoegen aan de negentien die ze al heeft?
Na een volle WK-week waarin Biles in alle finales staat, is duidelijk: ja, ze kan het nog. Ze doet nog steeds dingen die niemand anders in zich heeft. Sterker: ze wordt steeds beter, zei haar andere coach, Cécile Landi. „Net als wijn”. Ook Biles zegt dat ze zich nog steeds ontwikkelt. „Ik heb er zin in om te zien wat er verder nog in zit.”
Biles (26), door het publiek onthaald als een superster, wint goud op de meerkamp en goud met het Amerikaanse team, goud op vloer, goud op balk en zilver op sprong. Alleen bij brug, haar minst favoriete onderdeel, eindigt ze niet op het podium. Biles is, met 37 medailles op WK’s en Olympische Spelen, de succesvolste turner aller tijden.
En dan is er nog die historische nieuwe sprong, de yurchenko met een dubbele salto gehoekt, die Biles voor het eerst op een internationaal toernooi laat zien. Een sprong die geen enkele andere vrouw kan, en waar trouwens ook niet al te veel mannen zich aan wagen. Heel moeilijk vanwege de hoogte die een turner ervoor moet kunnen halen – het springtoestel is bij vrouwen ook nog eens tien centimeter lager dan bij de mannen. Al een tijdje gonsde het in de turnwereld: zou Biles hem uitvoeren tijdens de WK? Ja, zo bleek kort van tevoren. Voor het eerst bij de kwalificaties, in het eerste weekend van het WK. Als ze niet zou vallen, zou de combinatie vanaf dan de ‘Biles II’ heten, ze had op sprong al een combinatie op haar naam staan.
Bij Biles’ aanloop gillen turnmeisjes op de tribune de longen uit hun lijf, en zelfs op de perstribune worden de telefoons tevoorschijn gehaald om dit moment te filmen. Vlak voor de landing schieten de handen van coach Laurent Landi nog even naar voren, maar ingrijpen is niet nodig. Biles staat, al zet ze een stevige pas naar achter met haar linkerbeen. Op haar score krijgt ze 0,5 punt aftrek, omdat haar coach vanwege veiligsheidsredenen op de mat staat en dat mag eigenlijk niet. Maar nog steeds eindigt ze vanwege de zeer hoge moeilijkheidsgraad met 15,266 ver bovenaan.
Internationale rentree
Biles lijkt er gedurende de week steeds meer lol in te krijgen. Tijdens de kwalificaties staat haar gezicht vaak serieus. En ook bij de teamfinale op woensdag is ze heel zenuwachtig, vertelt ze achteraf. Wat niet helpt is dat teamgenoot en trainingsmaatje Joscelyn Roberson tijdens de warming-up geblesseerd uitvalt en Leanne Wong plotsklaps voor haar moet invallen.
Maar wat ook meespeelt, zei Biles later, is dat het juist tijdens de teamfinale misging twee jaar geleden, bij de Olympische Spelen van Tokio. Daar kreeg ze last van de twisties, coördinatieverlies door mentale problemen, en moest ze zich terugtrekken. Later vertelde ze dat ze veel last had gehad van alle aandacht voor het proces tegen de inmiddels tot levenslang veroordeelde teamarts Larry Nasser, die ook haar heeft misbruikt, net als honderden andere turnsters. Hier in Antwerpen maakt ze haar internationale rentree, tien jaar nadat ze op dezelfde plek was gedebuteerd en haar eerste allroundtitel had gewonnen.
Na het teamgoud is de grootste druk er wel vanaf. Afgelopen vrijdag, bij de meerkampfinale, moet Biles vooral lachen als ze na bijna foutloze balk-, sprong en brugoefeningen, schijnbaar vanuit het niets, een fout maakt op vloer. Een knullig foutje is het: haar voet blijft hangen op de mat, ze struikelt en valt bijna voorover. Het is alsof ze even wil laten zien dat ze ook maar een mens is.
Als kort daarna blijkt dat ze alsnog het goud heeft en de Braziliaanse Rebeca Andrade voor blijft, valt haar mond open van verbazing – al kon de titel haar eigenlijk amper nog ontgaan. Bij de prijsuitreiking stromen, heel ongebruikelijk voor Biles, de tranen over haar wangen.
Maar die tranen zet Biles daarna meteen recht. Zeker, haar zesde allroundgoud is bijzonder. Maar – „ik zweer het” – ze had al vier uur iets in haar oog. En over die struikelpartij merkt ze opgewekt op: „Laat dat maar aan mij over.” Ze noemt zichzelf „onhandig”, al is dat normaal gesproken vooral buiten de turnhal.
Sprong met val
Later blijkt opnieuw dat ook bij Biles, logischerwijs, echt niet alles goed gaat. Bij de sprongfinale op zaterdag doet ze opnieuw die yurchenko double pike als haar eerste sprong. Ze haalt een enorme hoogte maar valt, misschien juist vanwege die hoogte, bij haar landing achterover op de mat. Die val, samen met de 0,5 punt aftrek voor de assistentie van haar coach, zorgt ervoor dat ze op zilver uitkomt. De Braziliaanse Andrade pakt de wereldtitel. Zelfs Simone Biles kan met een val geen wereldkampioen sprong worden.
Ook al gaat het sportief weer zo goed, Biles heeft het nog steeds wel eens moeilijk, zegt haar coach Cécile Landi na de meerkampfinale. „Ze is niet perfect. Ik wil niet dat mensen denken dat het makkelijk is.” Zelf vertelt Biles kort tegen journalisten hoe ze omgaat met de mentale druk van haar eerste internationale optreden sinds ‘Tokio’. Na de teamfinale had ze met haar psycholoog gepraat. Ze doet ademhalingsoefeningen met een app op haar telefoon. En ze heeft veel steun aan familie en vrienden, zegt ze. In de periode dat ze niet turnde, had ze opeens veel tijd om leuke dingen met hen te doen. Dat probeert ze ook nu door te zetten. Om het allemaal een beetje „normaal te houden”, om het turnen te relativeren.
Want ook al heeft het haar jaren geduurd voor ze het zich realiseerde, Biles weet nu: „Turnen is iets wat ik doe, en niet wie ik ben als persoon.”